MIDDELLANDSE
ZEEGEBIED
‘OPERATION
ACTIVE ENDEAVOUR’
Duur: 28 maart 2005
– heden
Krijgsmachtdeel: Koninklijke Marine
Aantal militairen:
Aantal slachtoffers: geen
Achtergronden
De Operatie ‘Active
Endeavour’ is een artikel 5-operatie van de NAVO en begon
als een inlichtingenoperatie naar aanleiding van een steunverzoek
van de VS na de aanslagen van 11 september 2001. In 2003 heeft
de NAVO het operatiegebied uitgebreid en mochten onder bepaalde
voorwaarden ook ‘boardings’ worden uitgevoerd. Tevens
werd de operatie op verzoek van de VS uitgebreid naar de Straat
van Gibraltar. In oktober 2004 is het operatiegebied uitgebreid
tot de gehele Middellandse Zee. De operatie is vanaf dat moment
nog meer gestuurd door beschikbare inlichtingen, wat inhoudt dat
‘Active Endeavour’-eenheden op basis van inlichtingen
verdachte schepen kunnen onderscheppen. Voordeel van deze nieuwe
werkwijze was dat minder oppervlakteschepen nodig waren. Tevens
gingen de ‘Standing Naval Forces’ vanaf dit moment
deel uitmaken van de ‘NATO Response Force’ (NRF).
Uit deze verbanden wordt een deel van de maritieme NRF-bijdrage
gevuld. In 2005 is de naam ‘Standing Naval Forces’
veranderd in ‘Standing NATO Maritime Groups’. Op de
informele NAVO-defensieministeriële bijeenkomst in Taormina,
op 9 en 10 februari 2005 werd in bijzijn van de Russische minister
Ivanov gesproken over de voortgang van deze missie. Rusland is
voornemens vanaf medio 2006 met twee fregatten aan deze operatie
te gaan deelnemen. Deze deelname is van belang omdat dit één
van de meest zichtbare vormen van NAVO-Rusland samenwerking zal
zijn. In Taormina hebben ook vrijwel alle landen van de Mediterrane
Dialoog (Egypte, Marokko, Algerije, Israël, Mauritanië,
Tunesië en Jordanië) hun belangstelling voor deelname
aan de Operatie ‘Active Endeavour uitgesproken. Deelname
van deze landen rond de Middellandse Zee vergroot het draagvlak
in het operatiegebied van Operatie ‘Active Endeavour’.
Tot slot heeft ook Oekraïne recentelijk zijn bereidheid tot
deelname bekend gemaakt.
Mandaat
Op 2 oktober 2001
stelde de Noord-Atlantische Raad (NAR) vast dat artikel 5 van
het Verdrag van Washington van toepassing was op de aanslagen
in de Verenigde Staten. Op 9 oktober 2001 stemde de NAR in met
het sturen van de NAVO-vlootverbanden (‘Standing Naval Forces’)
en maritieme patrouillevliegtuigen naar het oostelijk deel van
de Middellandse Zee. U bent hierover geïnformeerd in de brief
van 9 oktober 2001 (Kamerstuk 27 925, nr 11). Doel van deze inzet
was de aanwezigheid van de NAVO in de oostelijke Middellandse
Zee te bewerkstelligen. De Operatie ‘Active Endeavour’
onderstreepte daarmee de bondgenootschappelijke solidariteit in
de NAVO na de aanslagen van 11 september 2001. Nederland is vertegenwoordigd
in de ‘Standing Naval Forces’ (in 2005 omgedoopt tot
de ‘Standing NATO Maritime Groups’) en neemt in dit
kader regelmatig deel aan ‘Active Endeavour’.
Nederlandse
bijdrage
De vulling van Operatie
‘Active Endeavour’ geschiedt op basis van een regulier
‘force generation’-proces. Besloten is benodigde versterkingen
voor de Operatie ‘Active Endeavour’ uit de ‘Standing
NATO Maritime Groups’ te halen, indien via het reguliere
‘force generation’-proces niet voldoende eenheden
worden aangeboden, indien tijdelijke tekorten moeten worden opgeheven
of indien activiteiten in deze operatie geïntensiveerd moeten
worden. De NAR heeft SACEUR hiervoor een mandaat gegeven. Voorwaarde
is wel dat de inzet geen negatief effect heeft op de beschikbaarheid
van de NRF. Omdat Nederland meedoet aan de ‘Standing NATO
Maritime Groups’, kunnen Nederlandse fregatten af en toe
tijdelijk worden ingezet, ter versterking van de Operatie ‘Active
Endeavour’. Deelname van de twee ‘Standing NATO Maritime
Groups’ aan de Operatie ‘Active Endeavour’ geschiedt
op basis van jaarlijks vastgestelde operatieschema’s, die
worden goedgekeurd door de NAR. Hierdoor staat op voorhand vast
welke van de twee ‘Standing NATO Maritime Groups’
in een bepaalde periode de Operatie ‘Active Endeavour’
ondersteunt. Dit geeft de landen die op dat moment met fregatten
bijdragen vroegtijdig inzicht in de periodes waarin hun bijdrage
valt. Omdat de operatieschema’s per ‘Standing NATO
Maritime Group’ worden vastgesteld en de Nederlandse deelname
aan de twee ‘Standing NATO Maritime Groups’ bekend
is, bestaat duidelijkheid over de perioden waarin versterking
van de Operatie ‘Active Endeavour’ met een Nederlands
fregat zou kunnen plaatsvinden.
NAVO-Rusland samenwerking
De Operatie Active
Endeavour is voor de NAVO van groot belang in het kader van de
samenwerking met Rusland. De Russische deelname aan deze operatie
is namelijk één van de meest in het oog springende
vormen van samenwerking. In het kader van de strijd tegen het
terrorisme gaan twee Russische schepen (de Pytliviy en de Smetliviy)
vanaf medio 2006 op rotatiebasis met de NAVO-vloot in de Middellandse
Zee patrouilleren. Thans worden de voorbereidingen voor deze deelname
getroffen, onder andere in de vorm van pre-deployment trainingen.
Een NAVO ‘Task Force’ is reeds aan boord gegaan van
de betreffende Russische fregatten, om het Russische personeel
te trainen en te instrueren over de samenwerking met de NAVO-vloot.
Ook worden ervaringen uitgewisseld tijdens seminars over bijvoorbeeld
transportveiligheid en geleerde lessen na terroristische aanslagen.
De deelname van Rusland aan deze operatie wordt door de NAVO-lidstaten
zeer gewaardeerd.
28
maart 2005 |
–
18 mei 2005 |
Hr.Ms.
Van Amstel |
29 mei 2005 |
– 14 juni
2005 |
Hr.Ms. Willem
van der Zwaan |
25 november 2005 |
– 29 december
2005 |
Hr.Ms. Willem
van der Zwaan |
13 maart 2006 |
– |
|
27
maart 2007 |
–
1 juli 2007
|
Hr.Ms.
Bruinvis |
Bron: Ministerie van
Defensie
|