AFRICAN UNION MISSION IN SUDAN

(AMIS SUDAN)

 

 
 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

SUDAN

AFRICAN UNION MISSION IN SUDAN (AMIS)

Duur: 23 juni 2005 - (enkele weken in 2006)
Krijgsmachtdeel: Koninklijke Landmacht
Aantal militairen: 1
Slachtoffers: geen


Achtergrond

Sinds de onafhankelijkheid van Soedan op 19 december 1955 is in dit land sprake van een slepend conflict plaats tussen het Islamitisch Noorden, grotendeels beheerst door de (islamitische) Soedanese overheid en het deels christelijke, deels animistische Zuiden waarin met name de (rebellen)beweging – de Sudanese People's Liberation Movement (SPLM) – een grote rol speelt. Dit conflict werd verder gecompliceerd door (al dan niet tribale) lokale conflicten en de vondst van olie in met name het Zuiden. Na vredesonderhandelingen tussen Noord en Zuid werd in 2002 het zogenaamde Machakos Protocol ondertekend, een principeakkoord over het recht op zelfbeschikking voor het Zuiden en over de scheiding van staat en religie. In 2003 en 2004 werd een aantal deelakkoorden gesloten op het gebied van militaire en veiligheidsaangelegenheden, de verdeling van de welvaart (in het bijzonder de inkomsten uit de oliewinning), de verdeling van de macht tussen Noord en Zuid en de positie van drie betwiste gebieden die geen deel uitmaken van het administratief-bestuurlijke Zuid-Soedan (te weten Nuba Mountains, Southern Blue Nile en Abyei). Uiteindelijk heeft dit geleid tot een alomvattend vredesakkoord, de Comprehensive Peace Agreement (CPA), dat op 9 januari 2005 werd ondertekend.
De belangrijkste punten uit de CPA zijn:
- in 2008 worden nationale verkiezingen gehouden;
- de sharia is niet van toepassing op Zuid Soedan en op niet-moslims in het noorden;
- Zuid Soedan krijgt tijdens de interim-periode van 6,5 jaar zelfbeschikkingsrecht,
waarna in 2011 een referendum wordt gehouden over onafhankelijkheid;
- de opbrengsten uit de oliewinning worden evenredig verdeeld tussen het Noorden en Zuiden.
Om het vredesproces te ondersteunen is door de VN de vredesmissie UNMIS opgestart en hebben vier landen, waaronder Nederland, getracht een International Military Advisory Team (IMAT) op te zetten. In de westelijke provincie Darfur is begin 2003 een gewapende strijd ontstaan tussen de Soedanese regeringstroepen en de rebellenbewegingen (de Sudan Liberation Army (SLA) en de Justice and Equality Movement (JEM)). Deze rebellenbewegingen streden voor meer regionale macht en tegen marginalisering van de regio. In april 2004 werd in N’djamena, de hoofdstad van Tsjaad, een wapenstilstand overeengekomen tussen de strijdende partijen. De regering van Soedan zei toe de veiligheid in Darfur te zullen herstellen, de Arabische milities (de zogenaamde Janjaweed) te ontwapenen en gaf de Afrikaanse Unie (AU) toestemming de situatie ter plekke door middel van een waarnemingsmissie te monitoren: de African Union Mission in Sudan (AMIS). De Veiligheidsraad van de VN heeft deze afspraken in juli 2004 vastgelegd in resolutie 1556. Deze afspraken zijn echter door betrokkenen geschonden. Ondertussen werd AMIS uitgebouwd tot een op hoofdstuk 6 en 7 van het VN-handvest geschoeide vredesmissie. Na ondertekening van de overeenkomst in N’djamena hebben de partijen de vredesonderhandelingen onder leiding van de AU in Abuja, Nigeria, gecontinueerd. Op 5 mei 2006 werd hier een vredesakkoord, het Darfur Peace Agreement (DPA), getekend door de Soedanese regering en één rebellenbeweging: de fractie van de Sudan Liberation Movement (SLM) die geleid wordt door Minni Minawi. De DPA bevat naast bepalingen over de veiligheid en machtsverdeling ook afspraken over verdeling van de welvaart en wederopbouw. De internationale gemeenschap heeft verscheidene pogingen ondernomen om de niet-ondertekenaars te overtuigen de DPA eveneens te ondertekenen. Tot nu toe weigeren de belangrijkste twee rebellenbewegingen, de Wahid factie van de SLM en de JEM, echter halsstarrig het akkoord te tekenen. Als gevolg van interne meningsverschillen is de Wahid factie vervolgens versplinterd in enkele kleine groeperingen. Tezamen vormen deze anti-DPA groeperingen het National Redemption Front (NRF) dat diverse militaire acties heeft uitgevoerd.

Nederlandse deelname aan de African Union Mission in Sudan (AMIS)

AMIS is op verzoek van de VN ontplooid in Darfur (West-Soedan). De missie ziet toe op de uitvoering van verschillende bestanden die tussen de regering van Soedan en de diverse partijen in deze regio zijn overeengekomen, waarvan het begin mei 2006 gesloten Darfur Peace Agreement thans de belangrijkste is. AMIS is een min of meer stabiliserende factor gebleken in het conflict maar is er tot dusver niet in geslaagd werkelijk grip te krijgen op het conflict. Er is nog steeds sprake van een fragiele veiligheidssituatie. Ter ondersteuning van de missie is door de AU aan de Westerse landen verzocht experts in te zetten voor onder andere het opzetten van een goede inlichtingenorganisatie. Tevens is verzocht om transportcapaciteit om troepen van het thuisland naar het missiegebied te vervoeren. Nederland heeft in 2006 gedurende enkele weken een inlichtingenofficier beschikbaar gesteld aan het AMIS hoofdkwartier in Darfur. Door de vertragingstactieken van de regering van Sudan duurde het maanden voordat de lkol Tony Keijzer uiteindelijk zijn visum kreeg. Door deze vertraging werd zijn inzet beperkt tot slechts enkele weken.

Bron: Ministerie van Buitenlandse Zaken

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Deelnemende landen: 17 (incl. police observers)
             
 
Burkino Faso
 
Burundi
 
Egypte
 
Gambia
 
Ghana
 
Kameroen
 
             
 
Lesotho
 
Madagaskar
 
Mali
 
Mauritius
 
Nederland
 
Niger
 
             
 
Nigeria
 
Oeganda
 
Rwanda
 
Senegal
 
Zambia
 
Zuid Afrika
 

 

 

 

 

 

Inzet overige Nederlanders

Door de steeds nauwere samenwerking tussen de Ministeries van Buitenlandse Zaken, Ontwikkelingssamenwerking en Defensie werden ex-militairen gezocht die als waarnemers de AMIS-missie wilden ondersteunen. Alhoewel de Afrikaanse Unie de spelregels van de Verenigde Naties had overgenomen en daarmee ook 'burger waarnemers' accepteerde, bleek de toenmalige Force Commander, de Nigeriaanse generaal-major Okonkwo, daar moeite mee te hebben. De echte reden was dat hij het aantal 'westerse (blanke) pottenkijkers' te groot vond. Dit maakte het werk voor deze waarnemers bijna onmogelijk. Door deze 'boycot' besloot het Ministerie van Buitenlandse Zaken de waarnemers na zo'n zeven weken inzet weer terug te roepen. Kol Tjepkema en lt kol Mollema zetten hun werkzaamheden voort vanuit de Darfur Integrated Task Force (DITF) in Addis Abeba (Ethiopië).

Kol (bd) Anne Tjepkema (Addis Abeba)
Lt kol (bd) Maarten de Lussanet de Sablonière (El Fasher)
Lt kol (bd) Ab Mollema (El Fasher, Addis Abeba)
Maj (bd) Leo Buurman (Darfur)
Kol (bd) Peter Madsen (Darfur, Addis Abeba)

 
Het AMIS Certificate van lkol Mollema als 'burger waarnemer'
 
Medailleuitreiking op de KMA aan de kol (bd) Tjepkema en lkol (bd) Mollema