EUROPEAN
FORCE TSJAAD
CENTRAAL
AFRIKAANSE REPUBLIEK
(EUFOR
TCHAD / RCA)
|
|
|
|
|
|
|
TSJAAD / CENTRAAL
AFRIKAANSE REPUBLIEK
EUFOR TCHAD
/ RCA
Duur: medio 21 april
2008 – 15 maart 2009
Krijgsmachtdeel: Koninklijke, Marine Korps mariniers
Aantal militairen: 66
Dodelijke slachtoffers: geen
Achtergronden:
In Sudan, Tsjaad en
de CAR doen zich verschillende gewelddadige conflicten voor die
de afgelopen jaren in toenemende mate met elkaar verbonden zijn
geraakt. De rebellie in Tsjaad is nauw verbonden met het conflict
in het aangrenzende Darfur. Ook de rebellie in de CAR is nauw
verbonden met deze conflicten. De CAR heeft als uitvalsbasis gediend
voor verschillende rebellengroeperingen uit de regio. Stabilisering
van de situatie in het oosten van Tsjaad en het noorden van de
CAR is van groot belang voor het oplossen van de conflicten in
deze regio. Nederland is voorstander van de ontplooiing van de
EU-operatie in Tsjaad en de CAR naast de operatie van de Verenigde
Naties en de Afrikaanse Unie in Darfur (UNAMID). Beide missies
zullen deel uitmaken van een regionale aanpak van de grensoverschrijdende
problematiek en ertoe bijdragen dat er een einde komt aan de verschrikkingen
die de bevolking van dit gebied heeft moeten ondergaan. Gewapende
regionale groepen hebben zonder veel weerstand acties ondernomen
in het grensgebied van Tsjaad, de CAR en Sudan, die tot grove
schendingen van de mensenrechten en van het internationaal humanitair
recht hebben geleid. Als gevolg van de geweldescalaties is inmiddels
een omvangrijk vluchtelingenprobleem ontstaan.
De geschiedenis van
Tsjaad wordt gekenmerkt door interne regionale en etnische tegenstellingen.
Het land heeft sinds zijn onafhankelijkheid in 1960 zonder onderbreking
politieke onrust en binnenlandse strijd gekend. De vier belangrijkste
bewegingen zijn de Union des Forces pour la Démocratie
et le Développement (UFDD), de Ralliement des Forces pour
le Changement (RFC), de UFDD-Fondamentale (UFDD-F) en de Concorde
nationale Tchadienne (CNT). Eind 2005 is de rebellie in het oosten
van Tsjaad opgelaaid en uitgemond in een aanval op de hoofdstad
N’Djaména in 2006.
Onder auspiciën
van president Khadaffi van Libië is op 25 oktober 2007 het
Akkoord van Sirte tussen regering en de ‘gewapende oppositie’
van de vier belangrijkste rebellenbewegingen getekend. Dit akkoord
heeft het oplaaien van de strijd tussen rebellen en regeringsleger
echter niet kunnen voorkomen. Reeds op 26 november 2007 zijn op
verschillende plaatsen in Oost-Tsjaad honderden doden gevallen
bij heftige strijd tussen regeringsleger en de UFDD. De UFDD,
RFC en UFDD-F hebben hierop op 14 december 2007 een alliantie
gesloten, met een gezamenlijke bevelsstructuur per 1 januari 2008.
Zij noemen zich de Coordination Militaire Unifiée (CMU).
Na het vastlopen van
vredesonderhandelingen met president Déby is de CMU in
de week van 28 januari vanuit Oost-Tsjaad een opmars gestart naar
N’Djaména. In het weekend van 2 en 3 februari trokken
de rebellen de Tsjadische hoofdstad binnen en leverden zij strijd
met de regeringstroepen van president Déby. Naar verluidt
zou de rebellengroepering uit Darfur, de Justice and Equality
Movement (JEM), de regering Déby te hulp zijn gekomen tijdens
de recente geweldsescalatie in N’Djaména. President
Déby heeft op 6 februari 2008 in het openbaar gemeld dat
de regering weer de totale controle over heel Tsjaad heeft. De
rebellen hebben zich teruggetrokken, maar de situatie in Tsjaad
blijft instabiel. Naast vele slachtoffers onder de burgerbevolking
zijn sinds het recente geweld 50.000 tot 60.000 mensen gevlucht
naar Noord Kameroen en Nigeria. Hiervan zijn de meesten inmiddels
weer teruggekeerd naar Tsjaad.
De geschiedenis van
de Centraal-Afrikaanse Republiek na de onafhankelijkheid in 1960
wordt gekenmerkt door een aaneenschakeling van al dan niet geslaagde
(militaire) staatsgrepen. De regering van de huidige president
François Bozizé wordt sinds 2006 geteisterd door
rebellie in het noordwesten en noordoosten van het land. De vredesbemiddelingen
sinds augustus 2007 onder auspiciën van de United Nations
Peacebuilding Support Office en de Organisation Internationale
de la Francophonie hebben tot dusverre geen duurzame resultaten
opgeleverd. Dit geldt ook voor de door de regering geïnitieerde
consultaties met leiders van de coalitie van oppositiepartijen
en rebellengroeperingen.
De rebellenbewegingen in het noordwesten (langs de grens met Tsjaad)
hebben vaak banden met vroegere machthebbers die uit zijn op het
destabiliseren van de huidige regering in Bangui. De voornaamste
bewegingen zijn de Union des Forces Démocratiques pour
le Rassemblement (UFDR), het Front Dé mocratique pour le
Peuple Centrafricain (FDPC, ook wel FDC) en de Armé e Pour
la Restauration de la Démocratie (APRD), deels bestaande
uit leden van de presidentiële garde van oud-president Ange-Felix
Patassé.
Mandaat:
De VN Veiligheidsraad
resolutie 1778 van 25 september 2007 vormt de rechtsbasis voor
EUFOR Tchad/RCA. In deze resolutie autoriseert de VN Veiligheidsraad
de EU om voor de duur van één jaar vanaf initial
operating capability een operatie te ontplooien. Deze autorisatie
is gebaseerd op hoofdstuk VII van het VN Handvest. Dit betekent
dat instemming van de landen waarin operatie EUFOR Tchad/RCA zal
opereren, formeel niet noodzakelijk is voor een rechtmatige taakuitvoering.
De regeringen van Tsjaad en de CAR hebben in brieven aan de secretaris-generaal
van de VN en de voorzitter van de VN Veiligheidsraad overigens
wel laten weten in te stemmen met de ontplooiing van de operatie.
Dit zal de effectiviteit van de operatie ten goede komen. Het
mandaat van de operatie wordt in resolutie 1778 omschreven als
het ondersteunen van de VN-operatie MINURCAT en de organisaties
waar MINURCAT mee samenwerkt. EUFOR Tchad/RCA heeft op grond van
de resolutie de bevoegdheid binnen het operatiegebied in Oost-Tsjaad
en het noordoosten van de CAR alle noodzakelijke maatregelen te
ondernemen om de volgende taken uit te oefenen:
Het bijdragen aan de bescherming van burgers in gevaar, in het
bijzonder vluchtelingen en ontheemden;
Het faciliteren van het verstrekken van humanitaire hulp en de
bewegingsvrijheid van humanitair personeel door hulp bij het verbeteren
van de veiligheidssituatie in het operatiegebied;
Het bijdragen aan de bescherming van personeel, faciliteiten,
installaties en uitrusting van de VN en het garanderen van de
veiligheid en bewegingsvrijheid van haar staf en van VN en geassocieerd
personeel.
Nederlandse deelname:
De regering heeft besloten
voor een periode van één jaar een beperkte bijdrage
te leveren met een verkenningseenheid van circa 60 militairen
aan de EU-operatie EUFOR Tchad/RCA. De verkenningseenheid zal
deel uitmaken van een Iers bataljon welke langs de grens met Darfur,
in Goz Beida, wordt gelegerd. Naast het verzamelen van inlichtingen
voor de Ierse bataljoncommandant nemen de mariniers eventueel
een patrouille voor hun rekening op plaatsen waar de reguliere
infanterie niet kan komen. De verwachting is dat de mariniers
al snel na aankomst te maken krijgen met de regentijd. Doch zij
hebben de beschikking over de Viking, een voertuig dat onder alle
omstandigheden ingezet kan worden. De grootste blubberpoelen vormen
zelf geen probleem. De Viking is goed beschermd en uitgerust.
Voorts is een aantal Nederlandse militairen geplaatst bij het
operationeel hoofdkwartier in Parijs en op het veldhoofdkwartier
te Abéché. In geval van nood kan een beroep worden
gedaan op de Fransen die hun Quick Reaction Force in Abeché
hebben gestationeerd.
Bron: Ministerie van
Buitenlandse Zaken
|
|
|
Albanië
|
|
België
|
|
Finland
|
|
Frankrijk
|
|
Griekenland
|
|
Ierland
|
|
|
Italië
|
|
Nederland
|
|
Oekraïne
|
|
Oostenrijk
|
|
Polen
|
|
Portugal
|
|
|
Roemenië
|
|
Rusland
|
|
Slowakije
|
|
Spanje
|
|
Zweden
|
|
|
|
|
Mariniers
op een verkenningspatrouille |
|
De
Viking BVS10
|
|
|
GOZ BEIDA
Het is een uur of tien
's avonds in de 'Rest over Night' een slaapopstelling rondom Vikings
en Landrovers te velde. Tussen de miljoenen sterren hangt een
mager maantje aan de hemel, dat schaars licht verspreidt. Daaronder
houden twee mariniers de wacht. De overigen, een man of 45, liggen
sinds het vallen van de duisternis, om zes uur, op hun veldbed
onder de klamboe. Het enige geluid komt van slaapzakken die worden
dicht geritst; 's avonds daalt de temperatuur enorm. Een lange
vermoeiende, stoffige en zeer warme dag op zo'n 4.800 kilometer
van Nederland zit er weer op.
Een overnachting in
het veld is niet ongewoon voor het tweede detachement mariniers
dat voor de European Union Force (EUFOR) aan de oostkant van Tsjaad
opereert, langs de grens met Soedan. Als deel van het Iers-Nederlandse
bataljon leveren de mannen een bijdrage aan een veiliger klimaatr
voor de bevolking, onder wie ruim 350.000 ontheemden en voor de
bijna 50.000 vluchtelingen uit Darfur en talloze hulpverleners.
Dat doen ze onder meer door het uitvoeren van patrouilles. Soms
duren die slechts één dag maar er doen zich ook
wel langere voor met zes tot acht overnachtingen, zoals naar het
ten noordoosten van Goz Beida gelegen Adé. Sinds oktober
is de regentijd voorbij. Dat maakt de patrouillewereld voor het
huidige mariniersdetachement onder leiding van majoor Jan Willem
Scheltena een stukm groter dan hun voorgangers. Zij hadden immers
te maken met forse obstakels op hun pad zoals zuigende modderpaden
en kolkende rivieren. 'Nu gaan we waar we willen en dat is prettig',
zegt pelotonscommandant eerste luitenant Mark Haasdijjk. Ook al
zitten nu het vele stof en de intense hitte tegen - het kwik passeert
probleemloos de vijftig graden - alle dorpen zijn goed bereikbaar.
Dus doen de mariniers die veelvuldig aan, vrolijk toegezwaaid
door breed lachende bewoners. Natuurlijk omvat het werk van de
mariniers meer dan als popidolen te worden binnengehaald. Zo vindt
er met behulp van een tolk informatie-uitwisseling plaats via
gesprekken met dorpsoudsten. Bijvoorbeeld in Koukou Angarana.
Daar verneemt ploegcommandant Jeffrey Kuhr dat dit dorp op een
enkel incident na, geen last heeft van rebellen of bandieten.
De plaatsvervangend dorpsoudste meldt echter wel dat oorden iets
dichter bij de grens van de oosterbuur minder fortuinlijk zijn.
'Daar loopt de bevolking weg voor banditisme vanuit Soedan', meldt
hij. 'Dat levert veel ontheemden op die bescherming moeten hebben'.
Volgens de man moeten er meer militairen naar de grensplaatsen,
willen de ontheemden terugkeren naar dorpen als Djodjoré,
op twintig kilometer van het buurland. 'De bevolking vertrouwt
op EUFOR en hoopt dat die de Soedanese onruststokers aanpakt'.
Voor Kuhr een opmerking om wat dieper op in te gaan. 'Hebben die
Soedanezen wapens? ', vraagt hij. 'Ja, maar wat precies weet ik
niet maar in ieder geval geweren', antwoordt zijn gesprekspartner.
Dergelijke informatie wordt doorgestuurd naar de Ierse bataljonscommandant
in Goz Beida want ze kan bruikbaar zijn. Zeker wanneer het besluit
mocht vallen dat EUFOR zich meer in de omgeving van de grens moet
laten zien. 'Als mensen al iets vragen is het of we vaker komen',
zegt Haasdijk. 'Wij bieden veiligheid waardoor zij het dagelijkse
leven kunnen oppakken. Dat geeft een goed gevoel. Verder maken
allerlei verschillende factoren dit tot een leuke interessante
missie. Je hebt te maken met onderlinge stamverhoudingen, met
een leger- en politiemacht die zelf bepalen wat ze belangrijk
vinden en met hulpverleners. Die zorgen voornamelijk voor de vluchtelingen.
De Tsjadiërs en dan met name de ontheemden staan onderaan
de lijst'.
Dat laatste blijkt bij een bezoek aan hen. Waar vluchtelingen
uit Soedan in goed georganiseerde kampen, zoals met het zeventienduizend
mensen gevulde Djabal, worden voorzien van rantsoenen, schoon
water, onderwijs en microkredieten om handeltjes te beginnen,
moeten van huis en haard verdreven Tsjadiërs het vooral zelf
rooien.
|
|
|
|
|
|
|
|
Rebellen
|
|
Informatie
van de lokale bevolking
|
|
|
Hissein
Issakh Akhoma, een wat oudere man, reageert opgetogen wanneer hij
de Nederlandse mariniers ontwaart. 'Ik ben erg blij met de aanwezigheid
van EUFOR. En nu kijk ik de veiligheid zelfs recht in de ogen'.
De man vertelt dat er wel honger in het kamp is en hij zijn kinderen
geen eten kan geven. 'Veiligheid gaat boven alles', zegt hij tegen
de militairen. 'Als dat er is kunnen we terug naar onze eigen huizen'.
De boodschap komt over. De patrouille gaat verder onder de koperen
ploert, die de temperatuur voor het trio in het voertuig four zero
echo onder wie de chauffeur, marinier Peter van Duijvenbode, bijna
ondraaglijk maakt. Bij deze Viking werkt de airco niet doordat een
dringend benodigd onderdeel ergens tussen Nederland en Tsjaad zweeft.
Korporaal Erik Ehren, belast met het voertuigonderhoud, stelde staatssecretaris
Jack de Vries tijdens zijn bezoek al in kennis van de niet altijd
lekker lopende logistieke aanvoerlijn. Iets wat de bewindsman betreurt,
maar niet kan veranderen. 'Dat heb je als je afhankelijk bent van
strategisch luchttransport van anderen'. De hitte speelt ook Viking
three, zero delta parten. 'Tot aan 47 graden buitentemperaturen
kan ie probleemloos vooruit' meldt opvolgend teamcommandant korporaal
Björn Ceelen. 'Nu kruipt het kwik echter al boven de vijftig
dus raakt de motor somsm oververhit. Iets wat overigens al lange
tijd niet is gebeurd'. Toch valt er over de inzetbaarheid van de
Vikings verder weinig te klagen. 'Die is hoog', zegt Ehren. 'Van
de tien, rijden er immers altijd negen'. De mariniers zijn over
hun transportmiddel dan ook nog steeds bijzonder goed te spreken.
En wat de prestaties bij temperaturen boven de 47 graden betreft,
verwachten de mannen dat er vast nog wel wat op wordt gevonden voor
ze aan een volgende missie beginnen. |
|
|
|
|
|
|
|
Patrouilleren
|
|
Staatssecretaris
Jack de Vries
|
|
|
Staatssecretaris Jack
de Vries heeft vorige week de mariniers van het Iers-Nederlandse
bataljon in Goz Beida in het oosten van Tsjaad bezocht. Vergezeld
van commandant der strijdkrachten, generaal Peter van Uhm, en
brigadegeneraal Rob Verkerk, ging hij per Viking verkenningsvoertuig
mee op patrouille. Onderweg sprak hij de gouverneur die hem liet
weten zeer tevreden te zijn met EUFOR in zijn land en de Nederlandse
mariniers in het bijzonder. De gouverneur zou bovendien graag
zien dat de missie ook na maart 2009 door Nederlanders wordt voortgezet,
maar dat gaat niet gebeuren' aldus de Vries. In plaats daarvan
neemt de VN met MINURCAT het stokje over. Tot die tijd zorgt EUFOR
met een 3.700 militairen tellende troepenmacht van wie de helft
Fransen voor de veiligheid. De vredesmacht heeft een afschrikkend
effect op rebellen en bandieten en gehoopt wordt dat talloze ontheemden
daardoor terugkeren naar hun dorpen. Met 378 Ieren vormt dit tweede
Nederlandse detachement een bataljon gestationeerd op Camp Ciara.
Hier reikte de staatssecretaris hun de EUFOR-medaille uit. 'Omdat
u zich door uw inzet onderscheidt van anderen. En dat verdient
groot respect', zei hij, waarbij hij de extreme omstandigheden
waaronder de mariniers hun werk moeten doen met nadruk vermeldde.
Bron: Defensiekrant
43 / 2008
|
|
|