EUROPEAN UNION POLICE MISSION
Duur: 1 januari 2003 – 31 december 2005
Krijgsmachtdeel: Koninklijke Marechaussee
Aantal militairen: onbekend
Dodelijke slachtoffers: geen
Achtergronden
Mandaat
Het verzoek van de Bosnische regering aan de EU vormt voor Nederland
voldoende rechtsbasis voor de EUPM. Daarnaast is op 1 januari
2003 een Status of Forces Agreement (SOFA) in werking getreden
waarin onder meer de immuniteiten en privileges van het EUPM-personeel
zijn vastgelegd.
Doel van de EUPM-missie
Op verzoek van de Bosnische autoriteiten heeft de EU sinds 1
januari 2003 voor de eerste maal in haar bestaan de leiding over
een internationale politiemissie in het kader van de civiele crisisbeheersing;
de European Union Police Mission (EUPM) in Bosnië-Herzegovina.
Deze missie volgt de VN-politiemissie United Nations International
Police Task Force (UNIPTF) op, die sinds december 1995 was belast
met de hervorming en herstructurering van het Bosnische politie-apparaat.
De missie loopt in beginsel tot 31 december 2005. De overwegingen
van de EU om de taak van de UNIPTF over te nemen waren: ?Het belang
van de missie voor de veiligheid en stabiliteit in Bosnië-Herzegovina;?
De synergie met de andere EU-inspanningen in de regio; ?De mogelijkheid
om in 2003 voor de eerste maal een EU-geleide politiemissie op
te zetten. Het doel van deze missie is om een duurzame politie
structuur, onder gezag van Bosnië-Herzegovina, tot stand
te brengen die aan de Europese en internationale normen voldoet.
De EUPM richt zich met name op de openbare orde en veiligheid,
criminaliteitsbestrijding, berechting, politie-administratie,
ethiek en gedragscode en grensbewaking. De missie krijgt geen
uitvoerende taken maar tracht door middel van advisering, monitoren
en mentoren van met name het midden en hoger politiekader de doelstellingen
te realiseren. De missie beschikt niet over een bewapende component.
Nederlandse deelname aan de EUPM-missie
De EUPM bestaat in totaal uit circa 460 politiefunctionarissen
(civiel en militair) en 55 civiele functionarissen. Naast bijdragen
uit de EU nemen ook niet-EU-landen aan de EUPM deel. De EUPM werkt
nauw samen met de VN, de NAVO en de OVSE. In 2004 bestond de Nederlandse
bijdrage aan de EUPM uit gemiddeld 12 civiele politiefunctionarissen
en 20 functionarissen van de Koninklijke Marechaussee (KMAR).
De uitgezonden functionarissen van de KMAR en politie verzorgen
trainingen en opleidingen bij diverse toezichthoudende eenheden
van justitiële en uniformdiensten van de lokale politieorganisaties
in de verschillende kantons. Het betreft met name het midden en
hoger politiekader. Sinds juni 2004 levert Nederland het plaatsvervangend
hoofd van de missie een brigadegeneraal van de KMAR. De missieduur
van deze functionaris is vastgesteld op één jaar.
Bij de dagelijkse taakuitvoering kon de EUPM een beroep doen op
de steun van SFOR en vanaf 1 december 2004 van EUFOR.
De EUPM-missie is tot nu toe over het algemeen succesvol verlopen.
In de loop van de evaluatieperiode heeft een herstructurering
in de vorm van een herziening van werkzaamheden plaatsgevonden.
Door de realisatie van de development projects te centraliseren
in Sarajevo kon daar door de aldaar aanwezige kennis en personele
capaciteit beter invulling aan worden gegeven. Voorheen werden
dergelijke projecten door de kleinere EUPM-posten uitgevoerd maar
het ontbrak daar vaak aan voldoende personeelscapaciteit en kennis.
Het centraliseren van de realisatie van de projecten heeft tevens
tot interne personeelsverschuivingen geleid. In de tweede helft
van het jaar heeft de EUPM veel energie gestoken in het begeleiden
van de hervorming van het Bosnische politieapparaat.