|
TURKIJE
HULPVLUCHTEN VOOR
TURKIJE
Duur: 18 augustus
1999 - 12 oktober 1999
Krijgsmachtdeel: Koninklijke Luchtmacht
Aantal militairen: 16
Aantal slachtoffers: geen
Achtergronden
In de vroege ochtend
van 17 augustus 1999 trof een aardbeving van 7,5 op de schaal
van Richter het noordwesten van Turkije. Vooral de steden Izmit
en Gölcük hadden zwaar onder de aardschok te lijden.
Doordat de ramp zich om 03.00 uur voordeed, werden vele mensen
in hun slaap verrast. Daardoor viel een hoog aantal slachtoffers
te betreuren. Naar schatting kostte de aardbeving bijna 16.000
mensen het leven, tienduizenden raakten gewond en circa 600.000
mensen werden dakloos. Nog diezelfde dag kwam de internationale
hulpverlening op gang. De ramp had ook in Nederland, vanwege
de grote Turkse gemeenschap, veel impact. De Nederlandse regering
betuigde haar medeleven en ondernam actie. In totaal gaf het
ministerie van Ontwikkelingssamenwerking 7,5 miljoen gulden
uit aan hulpgoederen en noodfondsen. Daarnaast zamelden de Samenwerkende
Hulporganisaties 50 miljoen gulden in voor de hulpbehoevende
bevolking. Ook de Koninklijke Luchtmacht droeg haar steentje
bij.
Het Nederlandse
aandeel
In de vroege morgen
van 18 augustus 1999 vertrok een Fokker-60 van de Koninklijke
Luchtmacht van vliegbasis Eindhoven naar de Turkse stad Istanbul.
Aan boord bevonden zich negen personen en vijf speurhonden van
de civiele Search and Rescue-organisatie Reddingshonden Hulpgroep
Holland. De honden waren speciaal getraind in het opsporen van
onder puin bedolven slachtoffers. Na aankomst in Istanbul werd
de reddingsbrigade naar de plaats Sakarya gebracht, waar zij
vier dagen werkzaam was. De Fokker vloog de volgende dag met
zestien Nederlandse burgers die in Turkije waren gestrand, via
München, naar Nederland terug. De inzet van de reddingsbrigade
in Turkije bleek succesvol. Twee teams wisten afzonderlijk van
elkaar een kind levend onder het puin vandaan te halen. Op 22
augustus keerde de Reddingshonden Hulpgroep Holland met de KDC-10
T-264, die een dag daarvoor hulpgoederen naar Istanbul had gebracht,
weer terug naar Nederland. Ook werden andere vliegtuigen voor
de hulpverlening aan Turkije beschikbaar gesteld. Zo vloog op
19 augustus 1999 een Hercules met hulpgoederen voor het Rode
Kruis van Eindhoven naar Turkije. Op 21 en 22 augustus vloog
het transporttoestel nog eens twee keer met hulpgoederen en
brandblusmiddelen naar het rampgebied. Een KDC-10 verzorgde
transportvluchten op 20 en 22 augustus. Enkele maanden later,
op 11 oktober 1999, vervoerde de KDC-10 ongeveer 25 ton aan
hulpgoederen die in Nederland door de Stichting Mensen voor
Mensen waren ingezameld. De ongeveer veertig pallets met voedsel,
desinfecterende middelen, bedden, dekens, kleding, speelgoed
en schoolmateriaal waren bestemd voor de bevolking van de plaats
Degirmendere
Bron: Nederlands
Instituut voor Militaire Historie
|
|