NATO MISSION LIBYA

(ODESSEYS DAWN)

 

 
 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

LIBIË

NAVO- missie Odesseys Dawn (Handhaven wapenembargo, No Fly Zone Libië)

Duur: 19 maart 2011 -
Krijgsmachtdeel: Koninklijke Luchtmacht, Koninklijke Marine
Aantal militairen:
Dodelijke slachtoffers:

Achtergronden:

Kolonel Kaddafi is sinds de staatsgreep van 1 september 1969 onafgebroken aan de macht geweest in Libië. Onder zijn bewind wordt het land gekenmerkt door een sterke politiemacht en geheime dienst, met een totaal gebrek aan vrijheden en democratie. Op 17 februari zijn duizenden jongeren in Libië de straat op gegaan om te demonstreren tegen dit regime. De protesten komen voort uit opgekropte woede over 40 jaar onderdrukking, werkeloosheid en hoge voedselprijzen. Een groot aantal stammen en legereenheden verklaarden zich loyaal aan de opstandelingen. Een deel van de opstandelingen heeft zich verenigd in de Nationale Libische Raad die geleid wordt door oud-minister van justitie Mustafa Abdul Jalil. Deze heeft zich kort na aanvang van de protesten aangesloten bij de opstandelingen. De Nationale Libische Raad ziet zichzelf als het enige legitieme regime van Libië en is als zodanig erkend door Frankrijk en op 28 maart door Qatar. De legitimiteit van de Nationale Libische Raad is onduidelijk.
Het regime van Kaddafi verloor effectief het gezag over Zawiyah, Misuratah in de directe omgeving van Tripoli en de gehele olierijke oostelijke provincie Cyrenaeica en is een grootschalige tegenaanval gestart. Met behulp van lucht-, zee en landaanvallen en de inzet van Sub-Sahari huurlingen heeft hij de controle met harde hand hersteld over grote delen van het land. Na zware gevechten hebben de opstandelingen de strategische posities in Zawiyah, Ras Lanuf en Braga
verlaten. Het strijdtoneel lijkt zich nu te concentreren rond de steden Ajdabiya, Misuratah en Benghazi. Hierbij is een onbekend aantal slachtoffers gevallen. De actuele situatie op de grond is onduidelijk. De pers wordt slechts beperkt
toegelaten, internet is afgesloten en mobiele telefonie nauwelijks beschikbaar. De zorgen over escalatie van het conflict zijn groot. Onder meer de Secretaris- Generaal van de VN en Human Rights Watch hebben gezegd te vrezen voor
gruweldaden tegen de bevolking van deze steden indien Kaddafi erin slaagt deze in te nemen.
Libië kent een tribale samenleving en de steun van belangrijke spelers aan Kaddafi enerzijds en de opstandelingen anderzijds wordt grotendeels tribaal bepaald. Hierdoor krijgt de strijd in Libië steeds meer het karakter van een
burgeroorlog met als gevolg dat het land destabiliseert. Het is onwaarschijnlijk dat Kaddafi de rust in Libië weet te herstellen. Zijn legitimiteit en de politieke strijd heeft hij verloren bij aanvang van de geweldsescalatie. Nederland meent daarom dat Kaddafi onmiddellijk moet vertrekken en dat de gewelddadigheden moeten worden gestaakt zodat de overgang naar een stabiel overgangsregime kan worden bewerkstelligd. Als de situatie niet verbetert dreigt het land af te glijden naar een machtsvacuüm dat wordt gekenmerkt door wet- en rechteloosheid waarin criminaliteit en radicalisering vruchtbare bodem vinden. De EU kan zich een dergelijke situatie aan haar zuidgrenzen niet permitteren.

Nederlandse bijdrage:

Het betreft een Nederlandse bijdrage aan de NAVO-geleide operatie die tot doel heeft het handhaven van het VN wapenembargo voor Libië (VNVR resoluties 1970 en 1973). Het achterliggende doel van de resoluties en van deze NAVO-operatie is de bescherming van de Libische bevolking tegen aanvallen van het Kaddafi regime door te voorkomen dat wapens het land in worden gesmokkeld. De Nederlandse bijdrage zal bestaan uit:
-Een mijnenjager voor de duur van drie maanden;
-Een KDC-10 tankvliegtuig tot 4 april;
-Zes F-16 jachtvliegtuigen (vier operationeel en twee reserve) in een Air to Air-rol voor de duur van drie maanden.
Zoals vermeld in het verslag van de NAVO ministeriële bijeenkomst van 18 maart jl. zal ook de AWACS-capaciteit van de NAVO, met deelneming van Nederlandse bemaninngsleden, worden ingezet voor deze operatie. Nederland zal ten slotte enkele stafofficieren leveren voor de hoofdkwartieren die de operatie leiden. In totaal zijn bij deze bijdragen ongeveer 200 Nederlandse militairen betrokken.

Duur van de missie:

De NAVO-operatie zal vooralsnog een initiële looptijd van maximaal 3 maanden hebben. Voor een verlenging van de operatie, en ook van de Nederlandse deelneming daaraan, is een nieuw politiek besluit nodig. Indien de NAVO besluit een bijdrage te leveren aan het handhaven van de No Fly Zone, dan kunnen de Nederlandse F-16 jachtvliegtuigen en het KDC-10 tankvliegtuig ook daaraan een bijdrage leveren.

Doel van de missie:

Op 17 maart jl. heeft de VN Veiligheidsraad ingestemd met resolutie 1973, gebaseerd op hoofdstuk VII van het VN Handvest, die de lidstaten expliciet machtigt om alle noodzakelijke maatregelen te nemen om:
1.de burgerbevolking en de door burgers bevolkte gebieden te beschermen die in Libië, onder meer in Benghazi, worden bedreigd (paragraaf 4);
2.naleving van het vliegverbod af te dwingen (paragraaf 8);
3.naleving van het wapenembargo af te dwingen (paragraaf 13).
Zolang het gebruik van geweld deze doelen dient, bestaat er geen twijfel over de rechtmatigheid van het militair optreden. De in Resolutie 1973 gegeven machtiging is voor onbeperkte tijd gegeven, en geldt daarom totdat de
Veiligheidsraad besluit tot intrekking ervan. Een bezettingsmacht op Libisch grondgebied wordt door de resolutie echter expliciet uitgesloten. VNVR resolutie 1973 roept de VN lidstaten op om hetzij nationaal, danwel via een regionale organisatie of ander samenwerkingsverband uitvoering te geven aan de resolutie. Inzet van geweld ten behoeve van de uitvoering van resolutie 1973 dient conform de in de resolutie aangegeven rapportagemethodiek aan de VN gemeld te worden. Op 19 maart is een Coalition of the Willing onder leiding van Frankrijk, het VK en de VS aangevangen met de bescherming van de burgerbevolking en met het bombarderen van Khadaffi's grondtroepen. De NAVO heeft besloten ook gehoor te geven aan de oproep van resolutie 1973. Met het VN-mandaat en de politieke steun van een aantal landen uit de regio, alsmede de mogelijke actieve deelname van een aantal Arabische landen, is voldaan aan de voorwaarden die de NAVO heeft gesteld aan NAVO-betrokkenheid.

Geweldsinstructies

Binnen het VN-mandaat heeft de NAVO “Rules of Engagement” opgesteld die gelden voor alle deelnemers. Deze “Rules of Engagement” zijn voldoende robuust om alle taken goed te kunnen uitvoeren.

Financiën

De additionele kosten van de inzet van de F-16's, de KDC-10 en het mijnenbestrijdingsvaartuig worden op basis van de thans bekende uitgangspunten geraamd op €14,6 miljoen. Binnen deze uitgangspunten (waaronder inzetduur) heeft een eventuele inzet van de F16's en de KDC-10 voor het handhaven van de No Fly Zone geen consequenties voor deze raming. Verder wordt rekening gehouden met een verhoging van € 3,8 miljoen van de Nederlandse bijdrage aan het NAVO-budget voor het uitvoeren van common funded operaties, waaruit de inzet van AWACS-vliegtuigen en NAVO-hoofdkwartieren voor het handhaven van het wapenembargo worden gefinancierd.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 
Deelnemende landen: 12
 
             
 
België
 
Canada
 

Frankrijk

 
Groot Brittanië
 
Italië
 
Jordanië
 
             
 
Koeweit
 
Nederland
 
Noorwegen
 
Qatar
 
Spanje
 
Verenigde Staten