OPERATION DES NATIONS UNIES AU BURUNDI (ONUB)
Duur: 24 september 2004 – april 2006
Krijgsmachtdeel: Koninklijke Landmacht
Aantal militairen: 1
Dodelijke slachtoffers: geen
Achtergronden
De situatie in Burundi bleef een bedreiging voor de internationale
vrede en veiligheid in die regio. Daarop besloot de Veiligheidsraad
de United Nations Operation in Burundi (ONUB) in het leven te
roepen die valt onder Resolutie 1545 en startte op 21 mei 2004.
De missie is er vooral om de Burundianen te ondersteunen met het
behouden van blijvende vrede en nationale verzoening, zoals afgesproken
in de Arusha Agreement.
De grote overwinnaar van de jongste verkiezingen was ongetwijfeld
het volk. En dat om twee redenen. In de eerste plaats heeft het
volk een krachtig signaal gegeven aan alle sceptici die overtuigd
waren dat het referendum een slag in het water zou zijn. Het volk,
krachteloos door het doorstane leed en bevreesd voor eventuele
aanslagen, zou volgens hen toch thuis blijven. Maar het volk heeft,
zoals in 1993 bij de eerste vrije presidentsverkiezingen, de kans
gegrepen om zijn stem uit te brengen. Het wil vrede en rust. Het
verlangt naar leiders die opkomen voor de belangen van het volk.
De opkomst, negentig procent van de ruim drie miljoen geregistreerde
kiezers, was voor alle politieke partijen een waarschuwing. Ten
tweede heeft het volk zich volledig achter de grondwet geschaard.
Dat was verwacht. De Hutu-partijen hadden de kiezers opgeroepen
'ja' te stemmen. De Uprona (Union pour le Progrès National)
, decennialang de eenheidspartij, die de jongste tijd haar aanhang
bijna uitsluitend bij de Tutsi's vindt, koos samen met haar satellietpartijen
voor een boycot van het democratiseringsproces en dus ook voor
een afwijzing van de grondwet. Wie het jarenlang voor het zeggen
had, geeft de macht niet zomaar uit handen. En ook hier kregen
de Uprona en haar satellieten lik op stuk. Het volk had in 1993
massaal voor de Hutu Melchior Ndadaye gekozen en hem tot president
uitgeroepen. Waarnemers zagen de huidige goedkeuring van de grondwet
als een overwinning, zeg maar een revanche, van het volk op de
putschisten die in oktober 1993, na slechts enkele maanden presidentschap
van Ndadaye, de president vermoordden. Na een jarenlange strijd
tussen diverse groeperingen in Burundi en de Burundese regering
is een bestand gesloten. De Afrikaanse Unie heeft met een vredesmacht
toezicht op dit bestand gehouden maar uiteindelijk bleken de kosten
voor de missie niet meer door de Afrikaanse Unie op te brengen.
Het VN-mandaat
Op basis van Resolutie 1545 van de VN Veiligheidsraad is besloten
per 1 juni 2004 een vredesmacht van circa 5.600 militairen in
Burundi te ontplooien. De taken van ONUB behelzen zowel de uitvoering
van de ontwapening en demobilisatie van de partijen en eveneens
de hervorming en samenstelling van een nationale veiligheidssector.
ONUB is vooral een waarnemingsmissie die de strijdkrachten van
Burundi in de gaten houdt en toeziet op het ontwapenen van milities.
Ook wordt er op de grenzen gepatrouilleerd om illegale wapenhandel
te voorkomen. De VN-missie negon eveneens aan de opleiding en
vorming van de nieuwe politie. In korte tijd werden ongeveer tweehonderd
politiemannen opgeleid die vervolgens op hun beurt collega's moesten
opleiden in de diverse commissariaten van het land. Drieduizend
militairen kregen een spoedopleiding. Samen met de politie moesten
zij voortaan de veiligheid in het land garanderen. Al die ordekrachten,
ondersteund door 5.370 blauwhelmen, maakten dat de verkiezingen
van 28 februari 2005 rustig verliepen. Daarbij kwam dat de enige
rebellenbeweging die nog actief was, het F.N.L. (Forces Nationales
de Libération) zowel bij de registratie van de kiezers
als bij de stembusgang zelf, de vrede heeft gerespecteerd. Op
beide momenten waren duizenden Burundezen op stap en had het F.N.L.
gemakkelijk de verkiezingen kunnen boycotten. Hun woordvoerder,
Pasteur Habimana, had evenwel vooraf beloofd dat het F.N.L. de
uitslag van de verkiezingen niet wilde beïnvloeden en dat
het daarom afzag van elke aanval of intimidatie.
Nederlandse deelname aan de ONUB-missie
Op verzoek van het Department of Peacekeeping Operations (DPKO)
van de VN levert Nederland de Deputy Chief Civil Military Coordination
(CIMCOORD). De functie werd uitgeoefend door luitenant-kolonel
Alwin van den Boogaard. Hij had als hoofdtaken:
- Coördineren van de militaire hulpprogramma’s tussen
het hoofdkwartier en de hulporganisaties;
- Het fungeren als liaisonofficier tussen de Force Commander en
de hulporganisaties;
- Concipiëren van (CIMIC-) bijdragen aan het Information
Collection Plan.