ORGANISATION FOR SECURITY AND COOPERATION IN EUROPE

(OSCE MOLDAVIË)

 

   

 

 

 

 

 

 
OF

 

MOLDAVIË

ORGANIZATION FOR SECURITY AND COOPERATION IN EUROPE

Duur: 16 mei 1993 - 20 september 2004
Krijgsmachtdeel: Koninklijke Landmacht
Aantal militairen:11

Achtergronden


In juni 1990 riep het parlement van de sovjetrepubliek Moldavië (Moldova), waarin naast Moldaviërs kleine Oekraïense en Russische minderheden woonden, de deelstaat uit tot een soevereine republiek. Als reactie daarop riep de Russische minderheid in september 1990 het gebied ten oosten van de rivier de Dnjestr uit tot een afzonderlijke, met de Russische federatie verbonden republiek Trans-Dnjestrië. In juni 1992 kwam het tot een gewapend treffen tussen Moldaviërs en Russen, op 23 juli 1992 volgde een staakt-het-vuren. Een vredesmacht van militairen uit Moldavië, Trans-Dnjestrië, de Oekraïne en Rusland ging in een gedemilitariseerde zone aan beide oevers van de Dnjestr toezien op de handhaving van dat staakt-het-vuren. De partijen riepen de hulp in van de Conferentie over Veiligheid en Samenwerking in Europa (CVSE, sinds december 1994 Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa) om te bemiddelen. De CVSE besloot op 4 februari 1993 een missie naar Moldavië te sturen.

Het Nederlandse aandeel

Het Nederlandse Ministerie van Defensie stelde op 16 mei 1993 één militaire waarnemer beschikbaar voor de missie in Moldavië. De uitzendduur van de Nederlandse waarnemers varieerde van zes maanden tot bijna viereneenhalf jaar. De missie bestond tot december 2002 uit acht personen, sindsdien tien. Een belangrijke functie-eis is kennis van de Russische taal om gemakkelijker aan besprekingen te kunnen deelnemen. De opeenvolgende Nederlandse waar-nemers verzamelden vanuit het missiehoofdkwartier in Chisinau en het bijkantoor in Tiraspol zo veel mogelijk relevante informatie over militaire aangelegenheden langs de scheidslijn tussen Moldavië en Trans-Dnjestrië. Daarnaast onderhield de waarnemer contacten met de militaire autoriteiten van de partijen. Hij verrichtte regelmatig onderzoek naar incidenten en maakte een inschatting van de mogelijke politieke gevolgen. De aard van het werk was voornamelijk diplomatiek: het deelnemen aan vergaderingen met ambassadeurs, ministers en militairen. Nederland trok op 20 september 2004 zijn militaire waarnemer terug uit de missie. Een oplossing voor het conflict was op dat moment nog niet in zicht.

Bron: Ministerie van Defensie
Boek Van Korea tot Kosovo

 

 

 

 

 

 

 

Deelnemende landen: 8
             
 
Duitsland
 
Frankrijk
 
Italië
 
Nederland
 
Roemenië
 
Rusland
 
                     
 
Spanje
 
Verenigde Staten