KL-DETACHEMENT SAHEL

(SUDAN)

 

 
 

 

 

KL-DETACHEMENT SOEDAN

Duur: 17 augustus 1974 – 19 november 1974
Krijgsmachtdeel: Koninklijke Landmacht, Koninklijke Marechaussee
Aantal militairen: 69
Dodelijke slachtoffers: geen


Achtergrond:

Het “KL-Detachement Soedan” verleende humanitaire hulp ten behoeve van de Food and Agriculture Organization (FAO) van de VN. Het was geen operatie in VN-verband, maar een KL-operatie die werd bekostigd door de NL regering. In een samenwerking tussen de ministeries van Ontwikkelingssamenwerking (onder minister Jan Pronk) en Defensie (onder minister Henk Vredeling). Toen de politieke beslissing tot inzet eenmaal was genomen was snelheid geboden, want na 13 jaar misoogsten dreigden er in 1974 miljoenen Afrikanen van de honger om te komen. Daarom werd de KL ingeschakeld en een beroep gedaan op eenheden die waren voorbereid op inzet bij onlusten en/of rampen.


Nederlandse deelname aan dit detachement

Het merendeel van de militairen maakten deel uit van 108 Lichte Transportcompagnie, aangevuld met militairen van Staf 105 Tankbataljon, Staf 12 Pantserinfanteriefbrigade, 44 Pantserinfanteriebataljon, 14 Afdeling Veldartillerie, 11 Geneeskundigbataljon, 108 Verbindingsdienstbataljon, 42 Technische Dienst Herstelcompagnie, 567 Technische Dienst Herstelcompagnie, 111 Verbindingsdienst Herstel Aanvullingsplaatscompagnie, 42 Geneeskundige compagnie, 107 Radiocompagnie, Koninklijke Marechaussee en de Geestelijke verzorging van de CMHU.


Doel van de operatie:

Hulpverlening van het Nederlandse leger in Darfur (Soedan) ten behoeve van de hongerende bevolking van de Sahel. Een zone tussen het Afrikaanse oerwoud en de Sahara. De operatie kan een voorloper worden genoemd van de latere inzet van de Koninklijke Landmacht in het kader van crisisbeheersing en humanitaire hulpverlening. De inzet van de Landmacht in crisissituaties was in 1974 geregeld in het Operatieplan Rampspoed / Ochtendblad. Eenheden waren voorbereid om, als onderdeel van de z.g. Rampenbrigade, te worden ingezet bij onlusten of rampen in Nederland of daarbuiten. En hoewel later de indruk is gewekt dat de Operatie Sahel werd uitgevoerd onder de vlag van de Rampenbrigade, is dat niet juist. Slechts een deel van het personeel was afkomstig van eenheden waarvan het personeel was voorbereid om – op vrijwillige basis - deel uit te maken van de Rampenbrigade. Die voorbereiding bestond onder meer uit een VN-Opleiding, tandheelkundige sanering en een basis-vaccinatiepakket. Het KL-Detachement Soedan is gedurende enkele maanden ingezet in de provincie Darfur. Om daar met een konvooi van militaire drietonners voedsel te vervoeren in een gebied tweemaal zo groot als Nederland. Naar afgelegen oorden, tot in de uitlopers van de Sahara. De fysieke omstandigheden waren zwaar en hebben veel van personeel en materieel gevraagd. Zonder contact met ‘thuis’, in een gebied dat nauwelijks in kaart was gebracht, waar de temperaturen overdag de 45 graden Celsius bereikten, waar geen wegen waren, en waar het konvooi dagenlang op zichzelf was aangewezen. Maar de klus werd geklaard. Uiteindelijk was einde oktober 1974 een ruime 500 ton aan hulpgoederen vervoerd over een groot deel van Darfur. Op vrijdag 1 november 1974 keerde het detachement (minus nadetachement) terug in Nederland. Het KL-Detachement Soedan stond als zelfstandige eenheid onder rechtstreeks bevel van de Chef Generale Staf/Bevelhebber der Landstrijdkrachten. Het detachement telde 69 militairen (5 officieren, 1 aalmoezenier, 10 onderofficieren en 53 korporaals / soldaten) waarvan het merendeel dienstplichtig.

Soedan was niet de eerste bestemming van het detachement. De aanvankelijke bestemming was Niger. Maar tijdens de verkenningsmissie naar dat land in mei 1974 bleek dat na een recente machtswisseling wel het materieel welkom was, maar niet het personeel. Buitenlandse militairen, ook ongewapend, zouden niet worden toegelaten. De volgende verkenningsmissie voerde nog in diezelfde maand mei 1974 naar Senegal en Mauretanië, maar kon daar om verschillende redenen ook geen succes boeken. Pas na de derde verkenningsmissie, naar Soedan in juli 1974, was het resultaat positief: in Soedan was men welkom. Het detachement zou worden ingezet in de westelijke provincie Darfur. De voorbereidingen voor de inzet raakten in een stroomversnelling en op zeer korte termijn werden kwartiermakers uitgestuurd. Zij arriveerden op 18 augustus 1974 in Soedan. De hoofdmacht volgde, weer zeer kort daarop, een week later. De uitvalsbasis voor het Landmachtdetachement was een kampement naast het vliegveld van El Fasher, de hoofdstad van Darfur. Het detachement zou volledig selfsupporting zijn. Initieel had de verkenningsgroep geadviseerd om het detachement, wegens de zware fysieke omstandigheden, na twee maanden af te lossen. Maar daarvan is het nooit gekomen: het is bij één missie in Soedan gebleven. De hoofdmacht keerde op 1 november 1974 terug in Nederland. Het nadetachement volgde enkele weken later. En op 19 november 1974 was het gehele detachement weer terug op vaderlandse bodem.

Het personeel werd op 31 oktober 1974 te Khartoem onderscheiden met de 'Local Governemental Medal' van de Republiek Soedan en op 10 december 1974 met de Herinneringsmedaille Rampenbrigade (vanaf 1994 heet deze: de Herinneringsmedaille voor Humanitaire Hulpverlening bij Rampen) met de gesp Soedan 1974.

Bron: Henk Molenkamp (lkol bd)