UNITED NATIONS WORLD FOOD PROGRAMME

(JORDANIE)

 

 
 

 

 

JORDANIE

UNITED NATIONS WORLD FOOD PROGRAMME IRAQ

Duur: 26 januari 2004 – 1 augustus 2004
Krijgsmachtdeel: Koninklijke Luchtmacht
Aantal militairen: 15
Aantal slachtoffers: geen

Achtergrond

De United Nations Humanitarian Air Service (UNHAS), een agentschap van het World Food Programme (WFP) van de Verenigde Naties, organiseert luchttransportcapaciteit zoals het vervoer van zowel hulpverleners als humanitaire goederen. UNHAS heeft Nederland gevraagd een militair toestel beschikbaar te stellen voor luchttransport vanuit Jordanië naar Basra, Erbil en Bagdad in Irak. Het afgelopen halfjaar heeft België hiervoor een transportvliegtuig beschikbaar gesteld. Het luchttransport is nodig, omdat de Verenigde Naties sinds de aanslagen haar internationale staf grotendeels uit Irak heeft teruggetrokken. Op vrijdag 19 december heeft het kabinet op voorstel van minister Van Ardenne voor Ontwikkelingssamenwerking en van minister Kamp van Defensie besloten een Fokker-60 van de luchtmacht beschikbaar te stellen om humanitaire hulpprojecten in Irak door te kunnen laten gaan. Het WFP neemt de bijkomende kosten van de uitzending voor zijn rekening. Deze worden geschat op € 1.7 miljoen.

Verzoek VN

Zoals bekend is de VN in Irak doelwit van aanslagen geweest. Naar aanleiding hiervan, en van de verslechterde veiligheidssituatie in het algemeen, heeft de VN besloten haar internationale staf uit Irak terug te trekken. De uitvoering van humanitaire projecten wordt hierdoor sterk vertraagd. Naar verwachting zal het nog enige tijd duren voordat de veiligheidssituatie zodanig zal zijn verbeterd dat de VN een terugkeer van haar internationale staf aanvaardbaar zal achten.
Thans zijn in Irak vrijwel uitsluitend lokale VN-stafleden werkzaam en worden de meeste programma’s door lokale stafleden en aannemers uitgevoerd. De toegang van humanitaire medewerkers tot Irak is een voorwaarde voor goede begeleiding van de lopende projecten door VN-deskundigen. De aanwezigheid van dit VN-personeel is tevens van belang voor de werkelijke uitvoering van de voorgenomen (humanitaire) activiteiten. De internationale VN-staf maakt daartoe vanuit Nicosia dan wel Amman ééndaagse reizen naar Irak. Naar het oordeel van de VN is het meest veilig om met militaire vliegtuigen deze missie uit te voeren. Naast het belang van de verbetering van de gebrekkige toegang voor humanitaire hulpverleners, hecht de Nederlandse regering veel waarde aan een grotere rol van de VN in Irak. Met het beschikbaar stellen van het Fokker 60 transportvliegtuig wenst de regering bij te dragen aan het mogelijk maken van een grotere rol voor de VN.

Commandostructuur

Het Nederlandse luchttransportdetachement blijft volledig onder Nederlands commando. Overeenkomstig de afspraken die de VN met België maakte, dat het afgelopen halfjaar deze luchtbrug onderhield, steunt het toestel de VN-operatie zonder er deel van uit te maken. Er wordt ter plaatse nauw samengewerkt met de veiligheidscoördinator van de VN, die onder andere een eigen dreigingsappreciatie maakt die van invloed kan zijn op de te verrichten taken. Ten slotte draagt de Nederlandse bemanning zelf de verantwoordelijkheid voor het vliegtuig en de vliegroutes om de door de VN opgegeven bestemmingen te bereiken.

Dreigingsanalyse

Het WFP heeft bij zijn verzoek meegedeeld dat vanwege de dreiging tegen vliegtuigen en de bijzondere procedures die in dat kader gelden, de VN geen gebruik kan en wil maken van civiele toestellen. Militaire vliegtuigen zijn in de regel uitgerust met beschermingsapparatuur. De Militaire Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (MIVD) heeft een dreigingsanalyse gemaakt voor vluchten van Amman naar Bagdad, Basra en Erbil. Hierin wordt geconstateerd dat in de nabijheid van deze steden een dreiging bestaat tegen luchtverkeer. De dreiging wordt veroorzaakt door de aanwezigheid van klein kaliber wapens, ‘Rocket Propelled Grenades’ (RPG) en ’Man Portable Air Defence Systems’ (MANPADS).
Meer specifiek geldt ten aanzien van:
• Basra: deze luchthaven wordt door Britse militairen beveiligd. De risico´s voor het aanvliegen op Basra worden door de MIVD voortdurend geanalyseerd en gerapporteerd aan de chef Defensiestaf. De Koninklijke luchtmacht gebruikt deze luchthaven thans voor de ondersteuning van de Nederlandse eenheden in het gebied. De risico´s voor het vliegen bij deze stad worden met inachtneming van voorzorgsmaatregelen acceptabel geacht. Zo worden bijvoorbeeld voor zover dat mogelijk is voorspelbare vliegpatronen vermeden.
• Bagdad: deze luchthaven wordt door Amerikaanse militairen beveiligd. Het betreft de meest risicovolle locatie om op te vliegen. De aard van de dreiging (klein kaliber wapens, raketten) is naar het oordeel van de MIVD overeenkomstig die van Basra. Het risico dat deze wapens worden ingezet tegen luchtverkeer is hier echter groter.
• Erbil: de dreigingsanalyse levert voor het in het noorden van Irak gelegen Erbil de inschatting op dat het er relatief veilig is. Het vliegveld wordt beveiligd door Amerikaanse militairen. Er hebben zich in een straal van vijftig kilometer rond dit vliegveld voor zover bekend geen incidenten voorgedaan.

Nederlandse deelname

Een Fokker-60 detachement van de Koninklijke Luchtmacht vertrekt maandag 26 januari naar Jordanië. Het transporttoestel zal vanaf 1 februari tot 1 augustus 2004 hulpverleners, vooral VN-personeel, en ook hulpgoederen tussen Jordanië en verschillende steden in Irak vervoeren. De Fokker-60 wordt gestationeerd op Marka International Airport in Amman. Ten behoeve van het transport en de ondersteuning van de humanitaire missie worden twintig luchtmachters in Jordanië gestationeerd. De Fokker-60 is een verlengde versie van de Fokker-50 en kan passagiers en/of vracht vervoeren. Kenmerkend voor de Fokker-60 is een grote laaddeur en een versterkte laadvloer om grotere uitrustingsstukken te kunnen vervoeren, zoals bijvoorbeeld vracht op pallets. Laden en lossen is mogelijk zonder gebruik te maken van vliegveldfaciliteiten. Daarnaast is het toestel geschikt voor medische evacuatievluchten en parachutedroppings. De toestellen zijn uitgerust met zelfbeschermingapparatuur tegen infrarood- en radargeleide raketten. De Fokker-60 is ingedeeld bij het 334 squadron op de vliegbasis Eindhoven.

Bron: Ministerie van Defensie

 

 

 

 

 

 

 

 
Deelnemende landen: onbekend